Afdichtingskit in vochtige ruimtes: dos and don’ts

Afdichtingskit is ideaal voor het afdichten van openingen tussen bijvoorbeeld de muur- en vloertegels, maar ook voor de afwerking van wastafels, baden, douches, enzovoort. Om de waterdichtheid te garanderen, moet je de kit natuurlijk correct aanbrengen. In vochtige ruimtes is de schimmelwerendheid van de voegkit ook uitermate belangrijk.

Kenmerken van afdichtingskit

Huidvormingstijd

Dit is de periode van het opbrengen van de afdichtingskit tot aan het tijdstip waarop zich een droge oppervlaktefilm heeft gevormd die je niet meer glad kan maken. De tijd nodig voor de vorming van de huid is bij verschillende types afdichtingsmateriaal verschillend. Bovendien verandert de huidvormingstijd onder invloed van omgevingsomstandigheden als temperatuur en luchtvochtigheid.

Elasticiteit

De elasticiteit geeft aan hoeveel de kit bij een bepaalde uitzetting rekt. Elastische afdichtingsmaterialen kunnen zowel uitzettingen al lengteverandering en zware belasting beter en vaker opnemen. De elasticiteit is pas optimaal na de volledige uitharding van de kit.

Schimmelwerendheid

Bij het gebruik in vochtige ruimten kan schimmelvorming optreden. Denk daarbij aan keukens, badkamers, zwembaden, enzovoort. Onder invloed van zeepresten, temperatuur, vocht kan zich schimmel vastzetten op de kitvoegen. Deze kan na enige tijd moeilijk verwijderbaar zijn. Voorkoming van schimmel begint dus bij het zoveel mogelijk weren van vocht en zeepresten.

Toch blijven bepaalde ruimten schimmelgevoelig. Daar kan een schimmelwerende afdichtingskit een oplossing zijn. Dit soort kitten is gebaseerd op een schimmelwerend preparaat (fungicide). Deze stof lost op in water, waardoor het zich in vochtige omstandigheden over de kit verspreidt. Schimmelsporen die in ermee in aanraking komen, kunnen niet verder groeien. Let wel, deze stof kan na verloop van tijd uit  de kit verdwijnen. Vooral bij intensieve waterbelasting, bijvoorbeeld het schoonmaken met hoge druk en met warm water.

Afdichtingskit, aandachtspunten

Ondergrond

De ondergrond moet absoluut stofvrij zijn. In sommige gevallen is het gebruik van een primer nodig. Meer daarover verderop in deze reportage.

Voeg

Zowel aan de binnen- als buitenzijde van bouwconstructies komen voegen voor. Dit kunnen zijn: aansluitvoegen (bijvoorbeeld tussen kozijn/muur) of dilatatievoegen (bijvoorbeeld tussen betonplaten onderling). Deze voegen worden bewust aangebracht in de constructie om te grote werking op te vangen.

Verkleuring

Na verloop van de tijd zullen de kitten zoals alle andere materialen verkleuren. Een sterkere verkleuring (meestal vergeling) kan af en toe verschijnen. Mogelijke oorzaken: direct contact met rubbers of washoudende producten, verven, plamuren of beitsen, lijm, tabaksrook…

Afdichtingskit aanbrengen, praktisch

Primer

Op poreuze ondergronden zoals hout, steen en beton, die in de praktijk regelmatig met water worden belast, is een primer noodzakelijk. Vooral bij voegen die een sterke werking kunnen ondergaan. Op niet poreuze ondergronden zoals glas, keramiek, metaal en kunststof gebruik je best een kit die direct op deze ondergronden hecht.

De fabrikanten geven hierover meestal uitgebreide informatie. Vooral bij kunststoffen, verfoppervlakken, coatings en poeder-coatings doe je best een hechtingsproef. Dat kan eenvoudig door een ril van de kit op de ondergrond aan te brengen en na uitharding de aanhechting te beoordelen. 

Aanbrengen

Nadat de koker of folieworst aangesneden is en in het pistool is aangebracht, snij je de spuitmond op de juiste breedte af. Dat doe je best onder een hoek van 45°. 

Werk zorgvuldig en zorg ervoor dat de voeg geheel met kit is gevuld. Dat doe je door de kit in voldoende mate tegen de voegbodem/rugvulling te spuiten. Hierdoor krijgt de kit tegendruk en drukt hij tegen de zijwanden van de voeg. Tijdens het spuiten kan je controleren of de voeg voldoende wordt gevuld door er op te letten dat de kit vóór de spuitmond uitloopt.

Om een strakke voeg te bekomen zorg je ervoor dat de spuitmond steeds in contact blijft met de ondergrond.

Afwerken

Nadat de kit is aangebracht, werk je het oppervlak glad af. Hierbij maak je het voegoppervlak en de naastliggende materialen vochtig. Daarvoor zijn speciaal daarvoor voorziene producten op de markt. Het gebruik van afwasmiddel is niet altijd een goed idee. Deze producten bevatten namelijk vaak citroenzuur, glycerine etc… Niet goed voor de kleur en de kwaliteit van de uitvoeg. 

Daarna snijdt je de voegkit af met behulp van een kitmes, een plamuurmes, een lepel, een PVC pijpje of een lege koker. Daardoor komt de overbodige kit op het gereedschap en vermijdt je morsen.

Wanneer de afdichtingskit zeker niet in aanraking met de randen van de ondergronden mag komen of om een perfecte strakke voeg te verkrijgen, is het net zoals bij het overschilderen aanbevolen om beschermingstape te gebruiken. 

Bewaring en verwerkingstemperatuur

Opslag en vervoer

Bewaar de producten tussen de +5°C tot + 25°C. Bij een hogere temperatuur kan de houdbaarheidsdatum verkorten. Als maximale temperatuur kan je +45°C aanhouden. Boven 45°C kunnen problemen ontstaan.  

Tijdens aanbrengen

Alle kitten zijn vanaf +5°C te verwerken. Deze temperatuur houdt verband met het feit dat bij lagere temperaturen de mogelijkheid van condens- c.q. ijsvorming op of in de ondergrond aanwezig is. Dit zou de hechting van de kit teniet kunnen doen. 

In principe is het onder gecontroleerde omstandigheden met bepaalde producten mogelijk ook onder +5°C te werken, dat zal echter van geval tot geval beoordeeld moeten worden. Hogere temperaturen tot +30°C à +40°C geven applicatietechnisch over het algemeen geen directe problemen. Wel moet men zich realiseren dat tijdens warme perioden alle bouwmaterialen en constructies hun hoogste temperaturen hebben en het sterkst zijn uitgezet. De voegen tussen deze materialen zijn dan op hun smalst, zodat de kitvoeg later alleen nog maar breder kan worden en de kit dus constant onder spanning komt te staan, waardoor de kansop onthechting sterker aanwezig is. Het is daarom dan ook aan te bevelen, sterk werkende voegen niet tijdens zeer warme perioden af te dichten en vooral niet in de volle zon. Ook met oplosmiddelhoudende kitten is het aan te bevelen niet in de volle zon te werken, daar dit blaasvorming in de kitvoeg tot gevolg kan hebben. 

Na aanbrengen

Zolang de afdichtingskit nog niet is uitgehard is de kit gevoelig voor te sterke werking van de voeg. Vooral in perioden met sterke temperatuurschommelingen kan door uit-zetten en inkrimpen van bouwmaterialen de voeg vrij sterk op beweging worden belast. Is in dit geval de kit nog in de uithardingsfase, dan kan in extreme gevallen wel eens oververvorming plaatsvinden in de vorm van scheurtjes in het kitbed of harmonicavormig oppervlak.  

Is de kit éénmaal uitgehard dan is deze volledig belastbaar. Hogere temperaturen zullen dan weinig problemen veroorzaken. Bij lagere temperaturen b.v. -10°C zijn veel kitten echter stugger geworden, terwijl de voegen door het krimpen van de bouwmaterialen op hun breedst zijn en ontstaat dus de grootste belasting op de voeg. 

Een uitzondering in dit verband vormen weer de op siliconen gebaseerde producten, die temperatuurongevoelig zijn en dus bij -10°C nog even elastisch zijn als bij +20°C. Om deze reden vinden vooral neutrale siliconenkitten met een lage modules toepassing als afdichtingsmateriaal in dilatatie- voegen in gevels. Ook op MS-polymeer gebaseerde producten gedragen zich bij deze lage temperaturen nog goed elastisch.