Jan woont met zijn gezin in een strobalenwoning

Een houtskeletwoning geïsoleerd met stro klinkt als een bouwwerk uit een ver verleden, maar tegenwoordig wint stro als isolatiemateriaal opnieuw aan populariteit. Stro is dan ook een kwalitatieve isolator. Bovendien kunnen oude en moderne bouwtechnieken perfect gecombineerd worden. Daar is ook Jan Vervoort van overtuigd. Wij bezochten de ecologische strobalenwoning in Oostmalle waar hij woont met zijn vriendin en twee dochters.

Was een strobalenwoning je eerste keuze? Waarom heb je hiervoor gekozen? 

Een strobalenwoning was mijn eerste keuze, maar ik wou tegelijk een woning die er modern uitzag. Het plan was er altijd al om ecologisch te bouwen, maar ik ben geen ‘purist’. De eerste stap was zelf verschillende strobalenwoningen gaan bekijken. Deze waren steeds op dezelfde manier afgewerkt. Ik noem de manier waarop ze zijn gebouwd graag ‘hobbithuisjes’: strobalen, afgeronde hoeken, een afwerking in leem, … Mijn keuze was echter snel gemaakt: ik wou een duurzame woning die toch zeer hedendaags oogt. Geen afgeronde hoeken in leem dus. Ik heb vooral gekozen voor stro omdat ik het een tof idee vond om te werken met makkelijk te fabriceren materialen uit de korte keten. Wij wonen naast een weide waar regelmatig graan groeit. Het idee dat je die materialen zou kunnen gebruiken om er heel je huis mee neer te zetten, om die materialen vervolgens hypothetisch aan de geiten te kunnen voeren, zag ik wel zitten. Ons huis is gezet met stro van een stroboer uit Tienen. Mensen waarschuwden me soms voor de duurzaamheid van strobalenwoningen, maar eens je er een dak op legt, gaat de woning zeer lang mee. Ik weet niet exact hoe oud het oudste strobalenhuis in België is, maar ik ben er zeker van dat het er al meer dan 100 jaar staat en nog steeds in goede staat is. 

Vele van mijn vrienden hebben een huis gekocht van 30 jaar oud om het vervolgens volledig te verbouwen. Het eerste wat ze doen is het huis helemaal strippen. De buitenmuren blijven meestal staan, maar al de rest moet eraan geloven.  En dat terwijl ze er in 1990 steevast van overtuigd waren dat het hoogtepunt qua isolatiematerialen bereikt was. En dan heb je mij. Ik heb de pretentie om een huis te zetten dat over 30 à 50 jaar door iemand gekocht kan worden en nog steeds perfect in orde is. Wil de nieuwe eigenaar toch een andere woning? Haal het dak eraf, gooi het in een container, gooi de rest van de woning op de mesthoop, en de woning is weg. De ‘eeuwigheid’ van sommige materialen heeft voor mij geen zin. Ik heb de ambitie om hier voor de rest van mijn leven te wonen. Als mijn dochter deze woning wil houden, kan ze dat. Als ze de woning weg wil doen, kan ze dat ook. Als ik sterf, groeit er uiteindelijk ook gras op mij. Dat moet ook kunnen voor mijn woning. Ik heb niet de ambitie om een huis te bouwen dat 200 jaar blijft staan. Ik zou niet inzien waarom. 

Wat zijn enkele belangrijke aandachtspunten als je bouwt met strobalen? 

Er komt wel wat kijken bij het bouwen van een strobalenwoning. Ten eerste zijn de muren veel dikker. Je moet dus zeker genoeg ruimte hebben om te bouwen, want muren van 60 centimeter dik kan je bijvoorbeeld moeilijk plaatsen in een rijwoning in Antwerpen. De plaatsing van je ramen moet hieraan aangepast worden, je moet rekening houden met diepe nissen, enzoverder. Ons stro van de stroboer is hetzelfde als het stro dat aan dieren wordt gegeven als voer. De lucht in het stro zorgt voor de goede isolatie. Om dat stro goed op zijn plaats te krijgen in de muur, moet je potkrikken gebruiken en de strobalen goed op elkaar persen. Uiteindelijk krijg je een vrij massieve plaat als resultaat, die meer aanvoelt als een stevige muur dan als afzonderlijke strobalen. Verder zijn er, specifiek voor dit huis, nog enkele aandachtspunten. Ons huis staat op palen en staat ongeveer 30 centimeter van de grond af, waardoor ik de vloer ook met strobalen heb kunnen isoleren. De isolatiewaarde is ongeveer hetzelfde als 15-20 centimeter PUR, het resultaat is alleen dubbel zo dik. Toen ik dit huis aan het bouwen was, voelde het soms als werken op de boerderij. Je hangt na een werkdag vol stro en je bent helemaal kapot. Samengevat, de belangrijkste aandachtspunten zijn de dikte van het stro en het feit dat je veel werk moet steken in het samenpersen van de strobalen. 

Verder is het ook belangrijk om een architect en aannemer te vinden die ervaring hebben met zulke projecten. Zij die hier geen ervaring mee hebben hebben het vaak moeilijk met te begrijpen wat je wil. Nog een ander aandachtspunt waar je rekening mee moet houden, is dat de muren soms niet helemaal recht zijn. Dat is eigen aan het materiaal, maar het heeft zo zijn charmes. Uiteindelijk is dat geen groot probleem, want binnenin zijn de muren afgewerkt met gyproc en Fermacell en vervolgens wit geschilderd. In de meeste strobalenwoningen wordt dat niet gedaan. Daar werken ze meestal met leem, maar dat was voor mij geen optie. 

Een andere opmerking die ik vaak kreeg, was dat bouwen met stro voor veel ongedierte zou zorgen. Dat is ook een van de redenen waarom het huis op palen is gebouwd. Ik heb echter nog nooit last gehad van muizen of andere ongewenste dieren. Aan de buitenkant is er nog één onafgewerkte muur waar vogels af en toe nesten op bouwen, maar dat stoort mij persoonlijk niet. In andere tuinen zetten ze soms extra palen om huiszwaluwen aan te trekken. Laat gewoon wat hoekjes en kantjes niet volledig afgewerkt, en de dieren komen vanzelf. 

Het huis is dus nog niet volledig afgewerkt. Wat heb je zelf gedaan en hoe ben je verder te werk gegaan?

De funderingen van dit huis zijn vijf jaar geleden gelegd. Ik ben er momenteel nog steeds aan bezig, op mijn eigen tempo. Naar mijn mening is dat ook ecologisch werken, alles op het gemak doen. Eerst hebben we in de garage achter het huis gewoond. Het houtskelet van mijn woning had wat weg van een Ikea-bouwpakket en stond er op vier dagen. De vijf jaar die volgden heb ik de woning stuk voor stuk ‘ingevuld’. Behalve de ketel aansluiten, de elektriciteitskast aansluiten en de ramen plaatsen, heb ik alles aan het huis zelf gedaan. 

Een praktische vraag: hoe zit het met de brandveiligheid en de brandverzekering bij strobalenwoningen?

Ik heb geen problemen ervaren bij het afsluiten van een verzekering. Dat is niet meer dan normaal, want samengeperst stro is niet zo brandbaar als je zou denken. Het enige dat mijn brandverzekering iets duurder maakte, is de gevel van het huis. Die is gemaakt van eikenhout. Maar, die prijs geldt eveneens voor alle andere huizen met een houten gevel, dus een echt verschil is er niet. Een bakstenen huis zal waarschijnlijk beter tegen brand bestemd zijn dan een houtskeletwoning. De steunpilaren zullen waarschijnlijk het snelste branden, maar het stro niet. Als je een strobaal op een kampvuur gooit, dooft het vuur ook snel. Uitgerafelde strobalen zal je makkelijk in brand kunnen steken, maar samengeperste strobalen krijg je bijna niet in brand. 

Zijn er in deze woning nog andere duurzame materialen en technieken verwerkt?

De eikenhouten gevel is er daar een van, maar die is er eerder toevallig gekomen. Ik was eerst van plan om te werken met thermowood, in de oven gedroogd dennenhout. Toevallig had mijn houtleverancier op dat moment een grote hoeveelheid Franse eik binnen, wat nog duurzamer is. In prijs scheelde het uiteindelijk niet zo veel, dus was de keuze snel gemaakt. Ik heb het hout laten zagen in vier verschillende diktes. Ze zijn tegen de gevel gehangen met een luchtspleet erachter en ertussen. Zo kan het eikenhout ook drogen en hoeft het niet behandeld te worden. Het hout wordt zo wel grijs, maar daar klaag ik niet over. 

In het plat dak heb ik gekozen om te werken met isofloc, papiervlokken die erin worden geblazen. In de toekomst ben ik van plan om het huis nog wat uit te breiden wegens gezinsuitbreiding. Het nieuwe stuk zou ik ook graag met isofloc laten isoleren, omdat de muren dan wat dunner zijn en het gewoonweg sneller gaat.

Verder heb ik een grotere regenwaterput dan de meeste mensen om water te besparen en zijn we afgeweken van de rooilijn, zodat de grote eik in onze tuin kon blijven staan. We hebben dit aangekaart aan de gemeente. Voor de gemeente, die zich graag profileert als ‘groene gemeente’, was dit geen probleem. Die grote eik zorgt voor schaduw op de bovenverdieping. Zo is het in de zomer boven een pak frisser. Een andere, puur architecturale toepassing is de schuine muur aan de voorkant van het huis. Als de zon laag staat in de lente en de herfst, schijnt de zon mooi binnen, maar in de zomer staat de zon hoger en komt ze niet binnen. Dat zorgt ervoor dat de temperatuur boven zelfs tijdens een hittegolf doenbaar blijft en dat de verwarming minder snel opspringt wanneer het kouder is. 

Het huis is ook gebouwd op palen. De grond in Vlaanderen is al veel te vaak verhard en steekt vol beton. Ik heb hier ook bewust geen betonnen verharding laten plaatsen. De grond hier is redelijk zompig, en door minder beton te gebruiken heeft het water nog de kans om in de grond te trekken. Natuurlijk zijn de palen wel in een betonnen raster geplaatst, zodat ze bij verschuivingen niet vrij kunnen bewegen. Ik heb nog steeds heel wat minder beton gebruikt dan bij de fundering van een gemiddelde woning.