“Bouwen met aarde: lokaal, gezond en eindeloos circulair”

Circulaire leembouw combineert traditionele technieken met moderne inzichten. De lokale materialen vinden dankzij eenvoudige processen hun toepassing in bouwwerken van vandaag. Daarbij wordt geen COof afval geproduceerd. Het materiaal kan eindeloos opnieuw gebruikt worden zonder te vervuilen.

Onbehandelde aarde promoten als een herbruikbaar bouwmateriaal. Dat is het concept achter BC Materials, een spin-off van BC Architects & Studies. Het architectuur- en studiebureau wil zo werk maken van een bredere visie op circulair bouwen. Centraal staat het inzetten van lokale materialen van biologische oorsprong. Voor de afvalverwerking gebruik je gewoon de cyclus van de natuur: aarde blijft aarde en kan zo weer de tuin in. Ken De Cooman, medeoprichter van BC Materials, legt uit hoe dat in zijn werk gaat.

Waarom is aarde een interessant materiaal voor circulaire bouw?

Ken De Cooman: “Bouwen met aarde vraagt geen bakproces of chemische verandering. Het gebeurt allemaal via simpele processen als zeven, mengen, bevochtigen, samendrukken en drogen. Omdat de bestaande karakteristieken van aarde behouden blijven tijdens de bouw, en omdat leembouw steeds ‘gedemonteerd’ kan worden, wordt je bouwmateriaal dus nooit afval. Dat is circulair bouwen ten top, meer nog dan de demonteerbare-componentenbouw met industriële materialen zoals staalkaders.”

“Ook al hebben die industriële materialen een levenscyclus van tweehonderd jaar, daarna vormen ze nog steeds afval. Dat kan je wel recycleren, maar dat vergt veel energie. Een leempleister op de muur kan je na tweehonderd jaar gewoon afschrapen, bevochtigen en opnieuw gebruiken. Als die een beetje beschadigd is, volstaat het om wat materiaal te bevochtigen en het erin te wrijven. Het is een heel vergevend materiaal om circulair mee te bouwen.”

In welke toepassingen zet BC Materials leem in?

“We bieden op dit moment drie producten aan: een leempleistermengeling, een stampleemmengeling en een leemsteen. Het concept achter BC Materials is om die materialen niet alleen CO2-neutraal te produceren, maar ook grondstoffenneutraal. Dat doen we op twee manieren.”

“Voor onze centrale productie gebruiken we uitgegraven grond van grote werven zoals ondergrondse parkings of metrolijnen. Uitgegraven grond van een werf in Brussel bijvoorbeeld, krijgt het statuut van afval zodra ze de werf verlaat. Normaal wordt zulke aarde gedumpt, ook al is ze onvervuild en onaangeroerd. Wij zien dat materiaal als primaire grondstof. Die uitgegraven gronden bevatten immers klei, zand of silt – een soort leem. Afhankelijk van de gevraagde leembouwtechniek vermengen we dan aarde met verschillende karakteristieken. Voor grovere technieken zoals stampleem bijvoorbeeld, nemen we gebroken puin als aggregaat. Op die manier kunnen we ook vermaalde beton, baksteen of tegels hergebruiken.”

“Daarnaast werken we op locatie met ons mobiel machinepark. Dan gebruiken we de aarde van de site zelf om ter plaatse leembouwproducten te maken. We doen daarvoor eerst de nodige onderzoeken en adviseren de architecten, bouwheer en aannemers. In bepaalde regio’s hebben we al zoveel gewerkt dat we onmiddellijk weten welke geologische laag er geraakt wordt en wat daarmee mogelijk is. Dat vermindert het aantal testen dat we anders uitvoeren.”

Wat zijn de voordelen voor de eindgebruiker van het werken met leem?

“Leem is sterk in vochtregulering. Als je het bijvoorbeeld verwerkt in een passiefhuis met een hoge luchtdichtheid, moet je ventilatiesysteem veel minder vocht afvoeren. Daarnaast heeft leem een hoge thermische inertie: het slaat makkelijk warmte of koude op. Voor houtskeletbouw is het dus een nuttig materiaal om de nodige zwaarte in een huis te krijgen.”

“Op esthetisch vlak biedt leembouw een knappe textuur. Je ziet het handwerk dat erin zit. Zeker bij stampleem ontstaan er fraaie patronen door de aangestampte laagjes. Dat maakt het heel persoonlijk. Een vriend van me is bijvoorbeeld heel trots dat zijn huis steunt op muren uit zijn eigen tuin. Bij circulaire leembouw krijg je dit soort poëzie van het lokale.”

Welke misvattingen bestaan er nog rond leembouw?

“Er is vooral nog werk aan de certificering van leembouwproducten. Onderzoek toonde al aan dat leembouw brandwerende eigenschappen heeft. Maar die zijn nog niet officieel opgenomen in normeringstesten. Hetzelfde geldt voor de luchtdichtheid van leempleister. Er zijn passiefhuizen gebouwd met leempleisters, maar daar is weinig cijfermateriaal over te vinden. Het is dus belangrijk dat er meer testen gebeuren. Dan kunnen architecten zich veiliger voelen om leembouw ook voor te schrijven in mainstream projecten.”

“Vandaag is het Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf (WTCB) alvast volop bezig met een onderzoeksproject rond leempleisters en leemstenen. Dat zal de Belgische markt zeker vooruithelpen.”

Is bouwen met leem duurder dan met industriële materialen?

“Op dit moment is het duurder omdat het niet de schaalvoordelen heeft van de grote industrie. Maar als je de ecologische kosten in rekening brengt, wordt het een heel ander verhaal. Als we meer zouden investeren in het verspreiden van de kennis over leembouw, zal je de prijzen ook zien dalen.”

“Een deel van onze missie bestaat daarom uit het sensibiliseren en het verspreiden van kennis. We organiseren dikwijls workshops rond leembouwprincipes om mensen te tonen wat er mogelijk is. Bij een project in Edegem werden de leemstenen geperst en gemetst door mensen uit de buurt en daarbuiten, maar ook door de bouwheer, de architecten en de ingenieurs. Het proces is zo lowtech en toegankelijk dat je makkelijk vrijwilligers kan inschakelen en op die manier de kosten kan drukken. Tegelijk helpt de workshopaanpak om mensen te laten zien en voelen dat dit echt werkt.”

“In essentie komt het erop neer dat we een traditionele manier van bouwen – gegroeid uit lokale geologie en klimaat – aanvullen met de wetenschappelijke kennis van vandaag. Die combinatie biedt heel pertinente antwoorden op de uitdagingen van onze tijd.”

Foto: Ken De Cooman

Bron: Kamp C